English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word trust

Afrikaans/English
English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
(bank on; have faith; have faith in; rely on; have confidence in)
🔗 Trust him for nothing.
(appointment; authorization; charge; commission; entrustment; errand; job; mandate)
(dependable; faithful; reliable; responsible)
🔗 He came into office with a reputation for not being entirely trustworthy.

EnglishAfrikaans
trustbetrou; bewaring; geloof; glo; kartel; krediet; krediet gee; pand; toevertrou; trust; vertrou; vertroue
breach of trustmisbruik van vertroue; troubreuk
deliver in trusttoevertrou
hold in trustin bewaring hê
put trust invertroue stel in
supply on trustkrediet gee
take on trustop goeie vertroue aanneem
trust estatetrustboedel
trust fundtrustfonds
trust one’s memoryop sy geheuge staatmaak
trust somebody with somethingiemand iets toevertrou
trust totoevertrou aan
trust to somebody forop iemand staatmaak vir
distrustagterdog; argwaan; mistrou; verdink; wantrou; wantrouwe
entrustopdra; toevertrou
mistrustagterdog; verdenking; verdink; wantrou; wantroue
trust‐accounttrustrekening
trust‐deedtrustakte
trustedvertroud
trusteekurator; trustee; voog
trustfulvertrouend; vol vertroue
trustlessonbetroubaar; sonder vertroue
trust‐moneytoevertroude geld
trustworthybetroubaar; trou; vertroubaar; vertroud; vertrouenswaardig
trustybeproef; betroubaar; bevoorregte gevangene; eerlik; getrou; vertroubaar