English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word single

English	Afrikaans (translated indirectly)	Esperanto
single (alone; only; sole; solitary; lone; unaccompanied)	alleen	sola
🔗 I have only a single life.
single (mere; solitary; bare; only)	enigste ; bloot	nura
🔗 If you could bring an army here, why do you come now with this single shipload of Danish pirates?
single room	enkelkamer	unupersona ĉambro
single‐handed (alone; solely; on one’s own; lonely)	alleen	sole

English	Afrikaans
single	⇆ afsonderlik; ⇆ alleen; ⇆ eenlopend; ⇆ eenmalig; ⇆ eenpersoons‐; ⇆ enkel; ⇆ enkelspel; ⇆ enkelvoudig; ⇆ ongetroud; ⇆ uitkies; ⇆ uitsoek
single bed	⇆ eenpersoonsbed; ⇆ enkelbed
single bend	⇆ skootsteek; ⇆ wewersknoop
single blessedness	⇆ ongehude staat
single combat	⇆ tweegeveg
single court	⇆ enkelbaan
single game	⇆ enkelspel
single journey	⇆ enkelreis
single out	⇆ uitkies; ⇆ uitsoek
single plate clutch	⇆ enkelskyfkoppelaar
single rhyme	⇆ manlike rym; ⇆ staande rym
single room	⇆ enkelkamer
single seater	⇆ eenpersoonsmotor; ⇆ eenpersoonsvliegtuig
single state	⇆ ongetroude staat
single ticket	⇆ enkelkaartjie
single‐barrelled	⇆ eenloop‐; ⇆ met een loop
single‐breasted	⇆ met een ry knope
single‐engined	⇆ eenmotorig
single‐eyed	⇆ eerlik; ⇆ met een oog; ⇆ ondubbelsinnig; ⇆ opreg
single‐handed	⇆ alleen; ⇆ met een hand; ⇆ sonder hulp
single‐hearted	⇆ eerlik; ⇆ opreg
single‐minded	⇆ opreg
singles	⇆ enkelspel
singly	⇆ afsonderlik; ⇆ alleen; ⇆ een vir een