English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word rest‐house

English	Afrikaans (translated indirectly)	Esperanto
house	huis	domo
🔗 The house surprised her every time she saw it.
house (dwell; live; reside; stay; lodge)	woon ; bly ; bewoon	loĝi
house	huis	domo
rest (repose)	rus	ripozi
🔗 You may rest a little now.
rest (remainder; balance)	res	cetero
🔗 Rand stared at the man’s eyes almost as much as at the rest of him.
rest (remain; stay; stay over; abide; keep; stop; tarry)	bly	resti
rest (support; sustain; bolster; buttress; prop; underpin; back up; prop up)	steun	apogi
rest	rus	ripozi
rest	rus	ripozi

English	Afrikaans
rest‐house	⇆ herberg
house	⇆ behuising; ⇆ beveilig; ⇆ bevestig; ⇆ bêre; ⇆ firma; ⇆ geslag; ⇆ herberg; ⇆ hok; ⇆ huis; ⇆ huisves; ⇆ huisvesting verleen; ⇆ klooster; ⇆ kooi; ⇆ onder dak bring; ⇆ onderbring; ⇆ onderdak; ⇆ parlementsgebou; ⇆ saal; ⇆ skouburg; ⇆ stamhuis; ⇆ woning; ⇆ woonhuis
rest	⇆ afsaal; ⇆ berus; ⇆ bok; ⇆ doodslaap; ⇆ kalmte; ⇆ kussingblok; ⇆ laat rus; ⇆ leun; ⇆ leunspaan; ⇆ nukkie; ⇆ oorbly; ⇆ oorskiet; ⇆ res; ⇆ reserwefonds; ⇆ rus; ⇆ ruspunt; ⇆ rusteken; ⇆ rustigheid; ⇆ slaap; ⇆ steun; ⇆ verposing