English–Afrikaans dictionary

Afrikaans translation of the English word cloth

English → Afrikaans
  
EnglishAfrikaans (translated indirectly)Esperanto
(material)
(clothing; apparel; garb; array; attire; robes; togs)
🔗 The rest of the clothes—most of them, in fact—he stuffed back into the wardrobe.
table‐cloth

EnglishAfrikaans
cloth ampskleed; doek; gewaad; kledingstof; kleed; kleedjie; laken; lap; tafellaken
cloth factory lakenfabriek
cloth manufacturer lakenfabrikant
cloth merchant handelaar in kledingstowwe
cloth of gold goudlaken
cut one’s coat according to one’s cloth die tering na die nering sit
glass cloth afdrooglap
gold cloth goudlaken
green cloth groen laken; speeltafel
ironing cloth strykdeken
lay the cloth die tafel dek
leather cloth weefleer
long cloth fynlinne
polishing cloth vryflap
sponge cloth sponsdoek; sponslap
the cloth die geestelikheid
broadcloth swartlaken
casement‐cloth gordyngoed
cerecloth doodshemp; grafdoek; wasdoek
cheese‐cloth gaasdoek; kaasdoek
cleaning‐cloth poetslap
cloth‐binding linneband
cloth‐boards linne‐omslag
cloth‐dyer lakenverwer
clothes kleding; klere
clothier klerehandelaar; lakenfabrikant
cloth‐weaver lakenwewer
crêpe‐cloth floerskleed
crumb‐cloth morskleedjie
dish‐cloth afdrooglap; afvryflap; bordedoek; vadoek
emery‐cloth amarildoek; skuurlap; skuurlinne
face‐cloth gesigsvadoek
filtering‐cloth melkdoek
finger‐cloth vingerdoekie
floor‐cloth linoleum; vloerkleed; vloerlap
grass‐cloth graslinne
haircloth boetekleed; harige stof
hammer‐cloth stasiekleed
hearse‐cloth baarkleed
horse‐cloth perdekombers
loin‐cloth lendekleed
neckcloth halsdoek
nettle‐cloth neteldoek
pack‐cloth paklinne
sackcloth sakgoed; saklinne
saddlecloth saalkleedjie
scouring‐cloth skuurlap
scrubbing‐cloth dweillap; feillap
swathing‐cloth swagtel
sweat‐cloth sweetdoek
table‐cloth kleedjie; tafeldoek; tafellaken
tea‐cloth teekleedjie
tent‐cloth seil
tracing‐cloth kalkeerlinne; natreklinne
waist‐cloth lendedoek
wash‐cloth waslap
wax‐cloth wasdoek