Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zelfverzekerd

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
zelfverzekerd
self‐assured
;
assured
memfida
(aplomb);
self‐assurance
🔗 De uitlatingen van Dolf hadden haar zelfverzekerdheid flink aangetast.

DutchEnglish
zelfverzekerd assured; self‐assured; switched on
zelfverzekerdheid aplomb; self‐assurance