Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zacht

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(stil; zwak)
🔗 In de duisternis klonk haar zachte lach.
(zachtjes);
🔗 En we praten zo zacht mogelijk.
(mild; zachtjes)
gently
milde
(mals; murw; week)
gentle
; ;
tender
🔗 Tien minuten later kwam ik op zachter terrein.
softa
downy birch
;
hairy birch
;
moor birch
;
European white birch
;
white birch
zachte ooievaarsbek
dove’s foot crane’s‐bill
;
dove’s foot geranium
molega
(hard)
(verlichten; vermurwen); ; ; ;
relieve
;
remit
mildigi
🔗 Men kan hooguit zijn lot wat verzachten.
gently
delikate
🔗 De python liet zijn kop een ogenblik zachtjes op Mowgli’s schouder rusten.
(zacht);
🔗 In de zitkamer zaten overal mensen te lezen of zachtjes met elkaar te praten.
leasurely
; ;
tardily
(mild; zacht)
gently
milde
(behoedzaam)
gently
;
gingerly

DutchEnglish
zachtbalmy; bland; charitable; clement; delicate; dulcet; flabby; furry; gentle; gently; in an undertone; lenient; light; lightly; mellow; mellowy; mild; mildly; pappy; pigeon‐livered; pulpous; pulpy; runny; smooth; soft; suave; subdued; sweet; sweet‐natured; tender
op zijn zachtst gezegdto put it mildly; to say the least
op zijn zachtst uitgedruktto put it at its lowest; to say the least
zachte berkdowny birch; white birch; European white birch; moor birch; hairy birch
zachte ooievaarsbekdove’s foot crane’s‐bill; dove’s foot geranium
zacht soldeerselsoft solder
boterzachtsoft as butter
halfzachtmilk‐and‐water; medium‐boiled; half‐baked; dotty
onzachtungentle; rude; rough; rudely
verzachtenallay; alleviate; assuage; attenuate; balm; commute; cushion; dulcify; extenuate; gentle; mitigate; modify; mollify; palliate; play down; qualify; relax; remit; soften; soften down; soothe; sweeten; temper; salve; tone down; milden; water down; downplay; relieve
zachtjesalow; gently; gingerly; soft; in a low voice