Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word woud

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
woud‐
(bos‐)
woodland
; ;
(bos)
🔗 Ze woonde dertig mijl van de stad in een groots eenzaam slot in het grootse eenzame woud.
(bos)
🔗 En talloze eeuwen waren de dieren van het woud hiernaartoe gekomen om te drinken.
(naaldbos)
conifer forest
primeval forest
🔗 Eerst klonk van zeer nabij het gekraak van brekende taken uit het oerwoud.
(jungle; rimboe)
🔗 In het oerwoud is dat een enorm voordeel.
pluvarbaro
🔗 De bosolifant komt alleen voor in de regenwouden van Afrika.
(houtduif)
common wood pigeon
;
wood pigeon

DutchEnglish
woud forest; weald
naaldwoud coniferous forest
oerwoud primeval forest; virgin forest
regenwoud rainforest
woudbewoner backwoodsman
woudduif common wood pigeon; wood pigeon
woudloper bush‐ranger