Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word werper

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
bommenwerper	bomber	bombaviadilo
raketwerper	rocket launcher	misilolanĉilo
🔗 Bij de grootschalige terreuraanval van Ḥamās op 7 oktober zijn vermoedelijk Noordkoreaanse raketwerpers gebruikt.
schijnwerper (zoeklicht)	spotlight	lumĵetilo
🔗 De schijnwerpers verlichtten de ring.
werpen (flikkeren; gooien)	throw ; cast	ĵeti
🔗 Vuil werd gewoon naar buiten op straat geworpen.
werpen	farrow	naski

Dutch	English
werper	caster; pitcher; thrower; tosser
bommenwerper	bomber
discuswerper	discus‐thrower
raketwerper	rocket launcher
schijnwerper	floodlight; searchlight; spotlight; projector
vlammenwerper	flame‐thrower
werpen	cast; dart; dash; deliver; delivery; farrow; fling; hurl; kid; lance; launch; litter; pitching; precipitate; project; projection; throw; thrust; shed; shoot