Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word wapen

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(blazoen; wapenschild)
coat‐of‐arms
;
🔗 Wat is je wapen ook weer?
🔗 Hebben jullie wapens?
offensive weapon
;
weapon of offence
ofensiva armilo
(kernwapen)
🔗 Dit vliegtuig bevindt zich nu, tezamen met de beide atoomwapens, in handen van onze organisatie.
(gewapend)
(wapenen)
(atoomwapen)
🔗 Het kernwapen was 260 keer krachtiger dan de bom die Hirosima verwoestte.
murderous weapon
🔗 Hebt u het moordwapen nog?
firearm
;
🔗 Heb je een vergunning voor het dragen van vuurwapens?
(schildknaap)
(wapendragervlinder)
bucefala falero
🔗 Opvallend genoeg kan een volwassen wapendrager niet eten!
(bewapenen)
(arsenaal; wapenzaal)
🔗 Zet die in de wapenkamer en breng daar ook de gevangenen.
wapenkunde
(heraldiek)
heraldry
🔗 Hij zou wel weer iets op de wapenrusting aan te merken vinden.
(blazoen)
escutcheon
🔗 Nu ik hier te midden van mijn familieleden in de met wapenschilden behangen zitkamer zat, kon ik de gedachte dat een of meer van hen met Brand gedaan had wat Eric mij aangedaan had niet meer ontwijken.
(blazoen; wapen)
coat‐of‐arms
;
motto
blazondevizo
(bestand);
🔗 Ik stel een wapenstilstand voor.
; ;
🔗 Achter de zitbank lagen twee wapenstokken voor het grijpen, om zich bij een eventuele overval de aanvallers van het lijf te houden.
wapentuig
(bewapening; wapens)		;
(bewapeningswedloop)
arms race
(arsenaal; wapenkamer)
🔗 Voor het overleg met zijn geheime agenten gebruikte Casmir het liefst de Kamer der Zuchten, een vertrek gelegen boven de wapenzaal.

DutchEnglish
wapen‐armorial
wapenarm; armorial bearings; arms; coat; coat of arms; escutcheon; weapon; arm of service
biologisch wapenbiological weapon
chemisch wapenchemical weapon
de wapens neerleggenlay down one’s arms
de wapens opnementake up arms
de wapens opvattentake up arms
onder de wapenen komenjoin the army
onder de wapenen roepenconscript; call up
te wapen!to arms!
te wapen snellenfly to arms; spring to arms
zich wapenenarm; arm oneself
aanvalswapenoffensive weapon; weapon of offence
antitankwapenbazooka
atoomwapennuclear weapon
bewapendarmed
bewapenenarm
familiewapenescutcheon; family arms
geslachtswapenfamily arms
gewapenderhandby force of arms
kernwapennuclear weapon
moordwapenmurder weapon
oorlogswapenweapon of war
rijkswapengovernment arms
stadswapencity‐arms; arms of a town
steekwapenstabbing weapon
verdedigingswapendefensive weapon
vernietigingswapenweapon of destruction
vuurwapenfirearm; gun
wapenbeheersingarms control
wapenbezitpossession of a weapon
wapenboekarmorial; herald armorial
wapendrachtpossession of weapons
wapendragerarmour‐bearer; buff‐tip; squire
wapenenarm; armature; steel
wapenfabriekarmament works; arms factory
wapenfabrikantarms manufacturer
wapenfeitachievement; exploit; feat; feat of arms
wapengekletterclash of arms; din of arms
wapengeweldforce of arms
wapenhandeluse of arms; trade in arms; arms traffic
wapenhandelaararms dealer
wapenindustriearmaments industry
wapenkamerarmoury
wapenkoningherald‐at‐arms; king‐at‐arms
wapenkreetwar‐cry; war‐whoop
wapenkundeblazon; heraldry
wapenmagazijnarsenal
wapenrekarm‐rack
wapenroktunic; coat of mail
wapenrustingarmature; armour; suit of armour
wapenschildarmorial bearings; coat of arms; escutcheon; heraldry; scutcheon; shield
wapenschouwingreview
wapensmidarmourer
wapensmokkelgun‐running
wapenspreukmotto; device
wapenstilstandarmistice; truce
wapenstokbaton; truncheon
wapentuigarmour; weapons; arms
wapenvergunninggun licence
wapenwedlooparms race; armaments race
wapenzaalarmoury