Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word want
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
mitten | ||
mantle ; muff | ||
(doordat; omdat) | ; | |
🔗 Wees er zuinig op, want de vogel heeft iets wat jij niet hebt. | ||
topmast shroud | ||
🔗 Daar hij in deze houding werd verrast, had hij geen tijd om zich met zijn handen vast te grijpen aan het stengewant. | ||
ventoli | ||
(waaien) | ; winnow | ventumi |
Dutch | English |
---|---|
want | because; ’cos; for; mitt; mitten; nets; rigging; shrouds |
lopend want | running rigging |
staand want | standing rigging |
ovenwant | oven mitt |
stengewant | topmast shroud |
wannen | fan; winnow |