Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vrouwenbeul

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(scherprechter)
hangman
;
executioner
🔗 De beul hief zijn zwaard op.
(folteraar)
torturer
🔗 En dus ging hij vol zelfvertrouwen zitten en gelastte de beulen met het martelen te beginnen.
(echtgenote; gemalin);
spouse
🔗 Dit is mijn vrouw.
vrouw
(wijfje; vrouwtje)
(vrouwmens; vrouwspersoon; wijf);
female
🔗 Het was een vrouw die me dit gaf.
(dame; koningin)
(mevrouw; dame)

DutchEnglish
vrouwenbeul wife beater
beul executioner; hangman; headsman; tormentor; torturer; brute; bully
vrouw female; missus; lady; quean; queen; wife; woman; spouse; Mrs.