Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word virus

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De arts behandelde patiënten die met het dodelijke virus waren besmet.
aids virus
;
HIV virus
🔗 Bij Johnson werd elf dagen geleden een besmetting met het coronavirus vastgesteld.
🔗 Hier werkt de universiteit onder leiding van viroloog Johan Neyts momenteel hard aan.

DutchEnglish
virusvirus
aidsvirusaids virus; HIV virus
computerviruscomputer virus
coronaviruscoronavirus
viroloogvirologist
virusinfectievirus infection
virusziektevirus disease