Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vioolspelen

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
vioolspelen	fiddle ; play the violin	violoni
spelen (doen; optreden; vertonen)	perform ; play ; render	prezenti
spelen (uitvoeren)	enact ; play	ludi
🔗 Ik had die dag met het idee gespeeld er een eind aan te maken.
spelen	play	ludi
🔗 Dit is niet een plaats om te spelen.
spelen (vertolken)	play	ludi
🔗 „En ik”, zei Gurth, „heb voor een Saksische varkenshoeder de rol van Normandisch schildknaap niet slecht gespeeld.”
spelen	play	ludi la rolon de
viool	violin	violono
viool (viooltje)	violet	violo

Dutch	English
vioolspelen	fiddle; play on the violin; play the violin
spelen	act; be at play; disport; do; enact; gamble; game; perform; play; play out; render; toy; trifle; twiddle; sport; touch; play the part of
viool	fiddle; violin; pansy; viola; violet