Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vijand

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Hebt u vijanden?
;
🔗 Rusland is vanaf nu een vijand.
(doodsvijand)
🔗 Niemand die haar hoorde spreken, zou eraan twijfelen of mannen waren juffrouw Williams’ aartsvijanden.
🔗 Jullie gaan langs het vijandelijke kamp en dan verder naar de bergen.
🔗 Het gelach van de mannen werd meegevoerd door de wind en verried duidelijk hun vijandige bedoelingen.
enmity
🔗 Er was beslist sprake van vijandschap tussen de twee.

DutchEnglish
vijand adversary; enemy; foe; foeman
vriend en vijand friend and foe
aartsvijand arch‐enemy; arch‐fiend
erfvijand traditional enemy; hereditary enemy
staatsvijand public enemy
vijandelijk enemy; hostile; enemy’s
vijandig adverse; antagonistic; hostile; inimical
vijandin enemy; female enemy; foe; female foe
vijandschap antagonism; enmity; feud; hatred
volksvijand enemy of the people