Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word verschrikkelijk
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (gruwelijk) | chilling ; ghastly ; grisly ; ; horrendous ; horrid ; horrific | |
| (bar; vreselijk; vervaarlijk; ontiegelijk) | awfully ; dreadfully ; | |
🔗 Het duurde verschrikkelijk lang. | ||
| (bar; ijselijk; schrikaanjagend; vervaarlijk; vreeslijk; vreselijk) | dreadful ; terrible ; ; awful ; | |
🔗 Wat moet dat een verschrikkelijk leven zijn. | ||
| (afgrijselijk; afschuwlijk) | ghastly ; ; horrible ; ; horrifying | terurega |
🔗 Ik kende de aard van mijn rechters te goed om niet te weten dat ik in ieder geval zou moeten sterven, en dat het een allerverschrikkelijkste dood zou zijn. | ||
verschrikkelijkheid (vreselijkheid) | ||
| (angst aanjagen; bang maken) | ; ; | |
🔗 De aanblik van het verwaarloosde gebouw verschrikte ook hem, en hij was blij dat hij de trouwe bediende bij de stoep aantrof. | ||
| (doen schrikken) | frighten ; terrify ; | teruri |
| Dutch | English |
|---|---|
| verschrikkelijk | ⇆ appalling; ⇆ awful; ⇆ awfully; ⇆ devastating; ⇆ dire; ⇆ direful; ⇆ dreadful; ⇆ dreadfully; ⇆ excruciating; ⇆ frightful; ⇆ frightfully; ⇆ howling; ⇆ monstrously; ⇆ terrible; ⇆ terribly; ⇆ terrifying |
| verschrikkelijkheid | ⇆ direfulness; ⇆ direness; ⇆ frightfulness; ⇆ dreadfulness; ⇆ terribleness |
| verschrikken | ⇆ affright; ⇆ appal; ⇆ frighten; ⇆ terrify; ⇆ scare; ⇆ be scared; ⇆ be frightened |