Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verrekken

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
verrekken (ontwrichten)	dislocate	elartikigi
rekken (strekken; uitbreiden; uitsteken; uitstrekken)	stretch	etendi
rekken (dóórtrekken; uitleggen; uittrekken; verlengen)	lengthen	plilongigi
rekken (spannen; strekken)	stretch	streĉi
🔗 D’Amico parkeerde de auto, stapte uit en rekte zijn spieren.
verrekking (ontwrichting)	dislocation	elartikigo

Dutch	English
verrekken	crick; die; dislocate; luxate; perish; pull; rick; sprain; starve; strain; twist; wrench
zich verrekken	crick one’s neck; overstrain oneself; strain oneself
rekken	distend; drag out; draw; eke out; elongate; extend; prolong; protract; strain; stretch; spin out; stretch oneself; draw out
verrekking	contortion; luxation; rick; sprain; twist; wrench; strain; straining; crick; spraining