Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word verplegen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(verzorgen; zorgen voor);
🔗 Ze is opgenomen in een ziekenhuis en wordt afgezonderd verpleegd.
(verpleeginrichting)
sick‐bay
🔗 In het verpleeghuis vond ik het verschrikkelijk.
(verpleeghuis)
sick‐bay
🔗 Ik ken een uitstekende verpleeginrichting.
(broeder)
nurse
🔗 Nu, dat deden de verplegers.
🔗 Ik heb een nicht die in de verpleging is.

DutchEnglish
verplegen attend; nurse; tend
verpleegdag patient‐day
verpleegde inmate; patient
verpleeghuis nursing‐home
verpleeghulp nursing care; nurse’s aid
verpleeginrichting nursing‐home
verpleegkunde nursing
verpleegtehuis nursing‐home
verpleger male nurse; attendant; hospital attendant
verpleging nursing