Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word vacht
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(huid; pels; vel) | ; ; | |
🔗 Ze hebben meteen al een warme, waterdichte vacht. | ||
(schapevacht) | ||
🔗 Ze lag op een schaapsvacht die weer op een matras van bladeren op een aangestampte aarden vloer lag. | ||
(schaapsvacht) | ||
🔗 Grobbelvink rees overeind van zijn schapevacht en luisterde in ontzetting toe. |
Dutch | English |
---|---|
vacht | ⇆ coat; ⇆ fleece; ⇆ fur; ⇆ pelage; ⇆ pelt |
schaapsvacht | ⇆ fleece; ⇆ sheepskin |
schapevacht | ⇆ fleece; ⇆ sheepskin |