Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word unanimiteit

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(eenstemmig; met algemene stemmen);
with one accord
🔗 Hij is unaniem als lid aangenomen.
(eenparig; eensgezind)
🔗 De trainers van de club waren niet unaniem in hun oordeel.
🔗 Met de unanieme steun van de CDA‐fractie werd dinsdag de laatste hobbel weggenomen.

DutchEnglish
unanimiteitconsensus; unanimity
unaniemwith one assent; unanimous; unanimously; with one accord