Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word uitzenden
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(omroepen) | ; | disaŭdigi |
🔗 Maar waarom wordt de voorstelling eigenlijk uitgezonden? | ||
relay | resendi | |
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. | ||
; transmission | ||
🔗 Indien tien seconden verlopen tussen uitzending en terugkeer van het geluid, moet de geluidsgolf 15 km hebben afgelegd. | ||
(sturen) | ||
🔗 Zo, zo, Dalan heeft u dus gezonden. | ||
🔗 Hij zond een plaag van kikkers, muggen, steekvliegen en sprinkhanen. | ||
🔗 Een aardbeving zendt energie door de aarde in de vorm van golven. | ||
(sturen) | ||
🔗 Hij had minstens een kaartje kunnen zenden. | ||
(verzenden; sturen) | ||
🔗 Wanneer je zin hebt om met me mee te gaan, moeten we haar nu meteen een telegram zenden en op reis gaan. |
Dutch | English |
---|---|
uitzenden | air; broadcast; broadcasting; detach; dispatch; effuse; emit; put out; send; send forth; send out; televise; transmit |
heruitzenden | relay |
uit | done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in |
uitzendbureau | temporary employment agency |
uitzending | broadcast; broadcasting; dispatch; emission; release; transmission; transmittal; sending out |
uitzendkracht | temp; temporary employee |
zenden | consign; dispatch; send; route; send out |