Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word troostbrief

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(epistel; zendbrief)
epistle
;
(epistel; missive; schrijven)
🔗 Schrijft u daar een brief?
(heul; vertroosting)
consolation
;
comfort
;
solace
🔗 Hij had tenminste de troost dat ze wisten waar hij was.
🔗 Je bent juist op tijd voor een bakje troost, Ollie.
(vertroosten; opbeuren)
comfort
;
console
🔗 „Maar het had erger kunnen zijn”, troostte hij zichzelf.

DutchEnglish
troostbrief consolatory letter
brief epistle; letter; missive
troost comfort; consolation; solace
troosten comfort; console; solace