Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word toen al

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ook al; zelfs als)
even if
eĉ se
🔗 Ja, al had iemand zaagsel in zijn hoofd, dit zou hij kunnen schatten.
(alvast; bereids; reeds);
🔗 Hoelang woont u daar al?
(alhoewel; hoewel; ofschoon); ;
(alles)
🔗 Eén dag is al wat je ermee zou verliezen.
(elk; ieder; alle)
🔗 Alle gasten zijn gevlucht!
(dan; destijds; toentertijd; toenmaals); ;
🔗 Vroeger, ja, toen was alles anders.
🔗 Heer Bommel zat voor het haardvuur toen de markies bij hem werd binnengelaten.
(daarop; vervolgens)
🔗 Toen zuchtte hij tevreden.

DutchEnglish
toen al even then
al all; already; although; every; though; yet; even if; even though
toen as; then; when; by then; at the time; at that time