Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stelsel

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(regime)
fiscal system
;
system of taxation
;
tax system
electoral system
🔗 Sommige Republikeinen vrezen dat Republikeinse kiezers niet meer komen opdagen, omdat ze denken dat het kiesstelsel niet deugt.
(feodalisme)
feudalism
monetary system
musculature
🔗 Een heer zoals ik beschikt natuurlijk niet over het spierstelsel dat voor dit ruwe fysieke werk nodig is.
(systematisch)
systematic
;
(systematisch)
systematically
sisteme
🔗 Hij begon stelselmatig de lessenaar te doorzoeken.
root system
radiksistemo

DutchEnglish
stelsel⇆ regimen; ⇆ scheme; ⇆ system
afbetalingsstelsel⇆ deferred payment system
belastingstelsel⇆ system of taxation; ⇆ tax system; ⇆ fiscal system
buizenstelsel⇆ piping
fooienstelsel⇆ tipping system
haarvatenstelsel⇆ capillary system
kastenstelsel⇆ caste system
kiesstelsel⇆ electoral system
leenstelsel⇆ feudal system; ⇆ feudalism; ⇆ feudality
leerlingstelsel⇆ apprentice system
leerstelsel⇆ doctrine
loonstelsel⇆ wage system; ⇆ wages system
muntstelsel⇆ monetary system
normenstelsel⇆ conventions
pachtstelsel⇆ land tenure
planetenstelsel⇆ planetary system
ploegenstelsel⇆ shift system
premiestelsel⇆ premium system; ⇆ bounty system
regeringsstelsel⇆ system of government
riolenstelsel⇆ sewerage
rioolstelsel⇆ sewerage
spierstelsel⇆ musculature; ⇆ muscular system
stelselloos⇆ unsystematic; ⇆ unmethodical; ⇆ immethodical
stelselmatig⇆ systematic; ⇆ systematical
talstelsel⇆ notation; ⇆ numeration; ⇆ scale
vaatstelsel⇆ vascular system
vestingstelsel⇆ fortifications
wortelstelsel⇆ rootage; ⇆ root system
zenuwstelsel⇆ nervous system