Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word snijplank

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(schap)
🔗 Helemaal beneden nam ik een lantaarn van de plank.
;
plank
🔗 Zonder verder aandringen rende Sabriël de plank over, met Mogget achter zich aan.
castrate
;
🔗 Hij moet gedood worden, of gesneden.
;
🔗 De regering in het VK snijdt diep in de uitgaven.
(afzetten)
fleece
tropagigi
cut out
castration
🔗 Met name het ondeskundig snijden van die veulens kon bij mij niet door de beugel.
(slijpen)
🔗 Soms gingen ze eropuit om nog meer te stelen en als ze dan terugkwamen, moest hij de stenen opnieuw snijden, om ze onherkenbaar te maken.
;
🔗 De lijken werden in stukken gesneden, gekookt en opgegeten.

DutchEnglish
snijplank cutting board
plank batten; board; plank; shelf
snijden capon; carve; cut; cut up; cutting; finesse; gash; intersect; snick; snip; trench; whittle; scission; slash; slice; cut in; fleece