Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word snijbrander
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
distiller | ||
| (stoker) | distiller | |
gas‐burner | ||
🔗 Ze kregen voorlopig een plaatsje in de derde telefooncel waar ook de zak met de brander en slangen kwam te liggen. | ||
castrate ; | ||
🔗 Hij moet gedood worden, of gesneden. | ||
| ; | ||
🔗 De regering in het VK snijdt diep in de uitgaven. | ||
| (afzetten) | fleece | tropagigi |
cut out | ||
castration | ||
🔗 Met name het ondeskundig snijden van die veulens kon bij mij niet door de beugel. | ||
| (slijpen) | ||
🔗 Soms gingen ze eropuit om nog meer te stelen en als ze dan terugkwamen, moest hij de stenen opnieuw snijden, om ze onherkenbaar te maken. | ||
| ; | ||
🔗 De lijken werden in stukken gesneden, gekookt en opgegeten. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| snijbrander | cutter; oxyacetylene torch |
| brander | burner; fire‐ship; distiller |
| snijden | capon; carve; cut; cut up; cutting; finesse; gash; intersect; snick; snip; trench; whittle; scission; slash; slice; cut in; fleece |