Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schuilen

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
schuilen	shelter ; take shelter	ŝirmi sin
🔗 Ze moeten schuilen gaan, en danig gauw.
schuilen voor	protect from ; ward off	ŝirmi sin kontraŭ
schuiladres	accommodation address	kaŝadreso
schuilhoek	cache	kaŝejo
schuilkelder	air‐raid shelter ; shelter ; bomb shelter	kontraŭaerataka ŝirmejo
🔗 De burgemeester riep inwoners van Kyiv zaterdagochtend op om in de schuilkelders te blijven.
schuilnaam	pseudonym	kaŝnomo
schuilplaats (toeverlaat; toevlucht; toevluchtsoord)	shelter ; refuge	rifuĝejo
schuilplaats	shelter	ŝirmejo
🔗 In de open steppen was geen schuilplaats.
schuilplek (schuilplaats)	shelter	ŝirmejo
🔗 Hoe bouw je een schuilplek?
verschuilen (aan het oog onttrekken; ontveinzen; verbergen; verhelen; verstoppen; verhullen)	conceal ; hide ; bury ; dissemble ; secrete ; cover up ; hide away	kaŝi

Dutch	English
schuilen	come in from the cold; come in out of the cold; hide; lurk; shelter; shelter oneself; take shelter
de moeilijkheid schuilt in …	the difficulty lies in …; the difficulty consists in …; the difficulty rests in …
er schuilt een addertje onder het gras	there is a snag somewhere
schuilen voor	shelter from
schuiladres	accommodation address; hideaway; cover address
schuilhoek	recess; hiding‐place
schuilkelder	shelter; air‐raid shelter; bomb shelter
schuilnaam	nom de plume; pen‐name; pseudonym; assumed name
schuilplaats	asylum; berth; burrow; concealment; cover; covert; harbour; haunt; hide; hide‐out; hideaway; hiding‐place; lurking‐place; nest; place of concealment; refuge; shelter