Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schokbuis

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
duct
(colbert; jasje; jack)
🔗 Allen waren door Elrond goed voorzien van warme dikke kleren en hun buizen en mantels waren met bont gevoerd.
(kanaal; loop; pijp); ;
tube
🔗 Wat ontstaat boven in de buis?
(wambuis)
jerkin
;
doublet
🔗 Trek uw buis uit.
(botsing; stoot)
collision
🔗 Toen kreeg ze een schok.

DutchEnglish
schokbuis fuse; percussion fuse
buis barrel; box; conduit; doublet; duct; fistula; fuse; jacket; jerkin; kirtle; pipe; tube
schok brunt; bump; concussion; convulsion; crush; impact; jar; jerk; jolt; percussion; thrill; turn; shake; shock