Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schijnen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(blinken; glanzen; prijken; stralen)
🔗 De zon scheen toen hij op weg ging maar het was zo zwart als de nacht in de tunnel.
(lichten);
gleam
🔗 De maan was al opgekomen en scheen op de open plek.
(lijken);
🔗 De westelijke weg schijnt de gemakkelijkste.
(belichten)
light up
;
shine upon
prilumi
🔗 Nog bescheen de zon het panorama.
(schijnbaar)
(in schijn; schijnbaar);
🔗 Brenn moest in een somberder stemming verkeren dan ogenschijnlijk het geval was.
(belichten; beschijnen)
light up
;
shine upon
;
highlight
prilumi
(in de schaduw stellen; overstralen)
outshine
superbrili
(in schijn; ogenschijnlijk);
🔗 Schijnbaar nam hij geen notie meer van hen.
(ogenschijnlijk)
🔗 Na een schijnbare eeuwigheid draaide de prinses zich naar hem om.
(gehuicheld; geveinsd; huichelachtig)
hypocritical
🔗 Het zou schijnheilig zijn om dat niet te erkennen.
(toelijken); ; ;
🔗 Eigenlijk mag ik geen vreemdeling toelaten, maar omdat u mij betrouwbaar toeschijnt, wil ik een uitzondering maken.
(opdagen; te voorschijn komen; uitkomen; voor de dag komen; voor den dag komen)
🔗 Nu verschenen er ook anderen.
🔗 Het verschijnen van twee handen over de dakrand maakte een einde aan zijn bedenkingen.
(kansrijk);
🔗 Het was niet waarschijnlijk.
(allicht);
🔗 Waarschijnlijk zíjn ze dat ook.
🔗 Ik zal je een verhaal vertellen dat je waarschijnlijk nog nooit hebt gehoord.
(weerspiegelen)

DutchEnglish
schijnenappear; gleam; seem; shine
achter de wolken schijnt de zonevery cloud has a silver lining
naar het schijntby all appearances; to all appearances; seemingly
beschijnenshine upon; light up; shine on
doorschijnenshine through; show through
ogenschijnlijkapparent; apparently; ostensible; ostensibly; professedly; seemingly; seeming; surface
schijnbaarapparent; apparently; seeming; seemingly
schijnendeffulgent; lucent; shining
schijnheiligcanting; holier‐than‐thou; hypocritic; hypocritical; mealy‐mouthed; sanctimonious
schijnselblink; gleam; shine; glimmer
schoonschijnendcolourable; glossy; meretricious; plausible; specious
toeschijnenseem to; appear to
verschijnenappear; come; come out; present itself; present oneself; come on the scene; turn up; make one’s appearance; put in an appearance; fall due; become due; enter an appearance; attend
waarschijnlijkas like as not; belike; like as not; like enough; likely; probable; probably; verisimilar