Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word roofzucht

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
roofzuchtig (roofachtig; roofziek; roofgierig)	accipitral	rabema
roven	plunder ; reave	rabi
zucht	longing	dezirego
zucht (begeerte; lust; verlangen; wens)	desire	deziro
zucht	tendency ; inclination ; bent ; bias	emo
zucht (verlangen)	longing ; hankering ; yearning ; yen	sopiro
zucht	sigh	suspiro
🔗 Met een zucht hief hij de gitaar op en sloeg moedig een valse toon aan.

Dutch	English
roofzucht	rapacity
roofzuchtig	predacious; predatory; rapacious; ravening; ravenous; accipitral; vulturine; vulturous
roven	foray; pillage; pirate; plunder; raid; rape; raven; ravish; reave; steal
zucht	desire; lust; sough; waft