Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word roofgierig
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(roofachtig; roofziek; roofzuchtig) | accipitral | rabema |
🔗 De Fransman deelde haar nog mee wat zij aan de roofgierige kruiers verschuldigd was en joeg ze vervolgens met een paar Arabische scheldwoorden weg toen zij bezwaar maakten tegen het betaalde bedrag. | ||
(hebzuchtig; inhalig; pinnig; schraperig; vrekkig) | avaricious ; ; miserly ; stingy ; | |
🔗 Hij is gierig, weet u. | ||
heist | ||
🔗 Waarom hebben ze jou in verband met die roof gebracht? |
Dutch | English |
---|---|
roofgierig | rapacious; ravening; ravenous |
gierig | avaricious; grudging; illiberal; mean; mingy; miserly; narrow; near; niggardly; penurious; sordid; tight; tight‐fisted; stingy; close‐fisted; stingily; avariciously; uncharitable |
roof | slough; snatch; booty; depredation; grab; loot; pillage; plunder; rape; rapine; ravishment; robbery; spoils; scab; swag |
roofgierigheid | rapacity |