Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word rinkelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kletteren; klingelen; tingelen; tinkelen)
jingle
;
tinkle
🔗 Binnen rinkelde iets.
(doen rinkelen; tokkelen);
strum
🔗 Knorrig rinkelde hij de tafelbel en wachtte op de komst van de trouwe knecht.
(gekletter; geklingel; gerinkel)
ringing
🔗 Het rinkelen van de telefoon drong niet direct tot hem door.
(geklingel; rinkelen)
ringing
🔗 Maar van beneden was het gerinkel van de telefoon te horen.
(bel; schel)
(tamboerijn)
tambourine

DutchEnglish
rinkelenchink; clash; jingle; tinkle
gerinkelchink; jingle; tinkle; tintinnabulation; jingling
rinkelbelbell; rattle; coral
rinkelbomtambourine