Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word reisverzekering
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
travel insurance | ||
reis | ||
(tocht; toer; trip) | ; ; | |
🔗 Ik hoop dat u een prettige reis hebt gehad. | ||
(keer; maal) | ||
🔗 Na elkaar herhaalde reizen gezondheid te hebben toegewenst en onder belofte van briefwisseling, namen wij afscheid. | ||
(assurantie) | ; assurance | |
🔗 Al zou de wereld instorten, de verzekering dekt toch de schade. | ||
(betuiging) | ; | |
(bewering) | contention ; ; ; ; statement | |
🔗 De verzekering dat mijn uitrusting tot in de bijzonderheden was verzorgd, stelde mij evenwel gerust. |
Dutch | English |
---|---|
reisverzekering | ⇆ travel insurance |
reis | ⇆ bout; ⇆ journey; ⇆ progress; ⇆ travel; ⇆ trip; ⇆ voyage; ⇆ run; ⇆ tour; ⇆ travelling; ⇆ time |
verzekering | ⇆ affirmation; ⇆ assurance; ⇆ averment; ⇆ guarantee; ⇆ insurance; ⇆ protestation |