Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word reisgids

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gids);
guidebook
🔗 Aan de andere kant liet hij zich weer vallen en zag een wit, duivels gedrocht dat uit alle macht onder een wanordelijke berg atlassen en reisgidsen probeerde vandaan te komen.
(geleider; leidsman)
🔗 Laat de gids vooropgaan zolang je er een hebt.
(reisgids);
guidebook
;
handbook
(leidraad)
guidebook
;
;
cicerone
🔗 De gids antwoordde echter niet.
reis
(tocht; toer; trip); ;
🔗 Ik hoop dat u een prettige reis hebt gehad.
(keer; maal)
🔗 Na elkaar herhaalde reizen gezondheid te hebben toegewenst en onder belofte van briefwisseling, namen wij afscheid.
; ;
voyage
;
🔗 Hoe reist u gewoonlijk naar Settra?
(gereis)
travelling
🔗 Reizen maakt een mens hongerig.

DutchEnglish
reisgids guide; guidebook; travel guide
gids cicerone; guide; guidebook; handbook; leader; pilot
reis bout; journey; progress; travel; trip; voyage; run; tour; travelling; time
reizen go places; itinerate; journey; travel; be on the road; travelling; trek; voyage