Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word reisbureau
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
tourist agency ; travel agency | ||
🔗 Heeft jullie reisbureau je niet gewaarschuwd? | ||
(bureel; kantoor) | ; | |
🔗 Meneer Blokhuijs is in zijn bureau. | ||
(schrijfbureau; schrijftafel) | ||
🔗 De hond ging onder het bureau liggen. | ||
(kantoor) | ||
🔗 Hij voegde de daad bij het woord en even later stapte hij het bureau van de politiechef binnen. | ||
(agentschap) | ||
🔗 Zo, en welk bureau was dat dan wel? | ||
reis | ||
(tocht; toer; trip) | ; ; | |
🔗 Ik hoop dat u een prettige reis hebt gehad. | ||
(keer; maal) | ||
🔗 Na elkaar herhaalde reizen gezondheid te hebben toegewenst en onder belofte van briefwisseling, namen wij afscheid. |
Dutch | English |
---|---|
reisbureau | ⇆ tourist agency; ⇆ travel agency |
bureau | ⇆ agency; ⇆ bureau; ⇆ desk; ⇆ office; ⇆ station; ⇆ writing‐table |
reis | ⇆ bout; ⇆ journey; ⇆ progress; ⇆ travel; ⇆ trip; ⇆ voyage; ⇆ run; ⇆ tour; ⇆ travelling; ⇆ time |