Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word priester

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
priester (geestelijke)	priest	pastro
🔗 Drie priesters stonden te zingen bij een open kist.
priester	priest	sacerdoto
🔗 Magnus nam de priester apart en beval hem streng de waarheid te spreken.
priesteres	clergywoman	pastrino
🔗 De priesteressen stonden op.
priesteres	priestess	sacerdotino
🔗 In 1983 werd Jamieson tot anglicaanse priesteres gewijd.
priesterlijk	hieratic	hieratika
priesterlijk	priestly	sacerdota
priesterschap	ministry	pastreco
🔗 Maar ja, we zijn het priesterschap ook niet waardig, en daar steekt meer verwaandheid in dan eropuit gaan om een stel buitenaardse wezens te bekijken.
priester‐tovenaar (sjamaan)	shaman	ŝamano

Dutch	English
priester	josser; priest
hogepriester	high priest
opperpriester	hierarch; pontifex
priesterambt	priestly office
priestercelibaat	clerical celibacy
priesteres	priestess
priestergewaad	sacerdotal garments; clerical garb
priesterkaste	priestly caste
priesterlijk	ministerial; priestly; sacerdotal
priesterschap	priesthood
priesterwijding	ordination