Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word paswerker
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Toen deze wat opgetrokken was, kon men de beklagenswaardige werker met grote snelheid uit het puin zien komen, gevolgd door een regen van stenen die zijn verbolgen makkers hem nawierpen. | ||
(arbeider; werkman) |
Dutch | English |
---|---|
paswerker | ⇆ fitter |
werker | ⇆ worker |