Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word oven

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bakoven)
oven
🔗 De bakker kwam ervoor van de oven.
;
oven
(magnetron)
microwave
;
microwave oven
muffle
doma termobio
reverberatory furnace
🔗 In een cirkel op vijfhonderdveertig meter afstand van de put stonden twaalfhonderd vlamovens, die met tussenruimten van steeds negentig centimeter elk één meter tachtig breed waren.

DutchEnglish
oven furnace; kiln; oven
droogoven oast; stove; drying‐kiln; drying‐oven; kiln
glasoven glass‐furnace
gloeioven annealing oven; calcining furnace; calciner
hoogoven blast‐furnace
kalkoven kiln; limekiln
magnetronoven microwave; microwave oven
microgolfoven microwave; microwave oven
moffeloven muffle‐furnace; muffle
ovenschotel oven dish
ovenvisje firebrat
ovenwant oven mitt
puddeloven puddling‐furnace
smeltoven forge; furnace; melting‐furnace
steenoven brick‐kiln; kiln
stookoven furnace
temperoven tempering‐furnace
ticheloven tile‐kiln
verbrandingsoven incinerator
vlamoven reverberatory furnace