Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onvrede

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(misnoegen; ontevredenheid)
discontent
;
🔗 De uitspraak van Lafazánis toont dat er binnen de regering onvrede is over de toezeggingen van vrijdag.

DutchEnglish
onvrede disaffection; discontent; discord; dissension
in onvrede leven met be at variance with; be on bad terms with