Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onuitvoerbaar

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ondoenlijk)
infeasible
;
impracticable
;
unfeasible
🔗 Ze deden hun best, maar aangezien ze bijna naakt waren, stonden ze voor een bijna onuitvoerbare taak.
(doenlijk; haalbaar);
practicable
(doenlijk; haalbaar); ;
practicable
🔗 Is de tocht uitvoerbaar?
;
feasible
🔗 Mijn plan lijkt hoe langer hoe minder uitvoerbaar.

DutchEnglish
onuitvoerbaar impossible; impracticable; infeasible; unfeasible; unworkable
onuitvoerbaarheid impracticability; impracticableness
uitvoerbaar achievable; enforceable; feasible; fulfillable; performable; practicable