Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ontmoeting
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(treffen) | ||
🔗 Ze liep door, maar het was duidelijk dat deze korte ontmoeting de beproefde heer een wereld van goed had gedaan. | ||
🔗 Het is niet bekend wie achter de ontmoeting zat of wie die heeft vastgelegd. | ||
(tegenkomen) | ; ; come across | |
🔗 Veel ijs werd er niet ontmoet, tenminste geen dicht pak. | ||
(treffen) | ; ; | |
🔗 We ontmoeten elkaar nog weleens, hoop ik. |
Dutch | English |
---|---|
ontmoeting | ⇆ encounter; ⇆ meet; ⇆ meeting |
ontmoeten | ⇆ chance upon; ⇆ come across; ⇆ encounter; ⇆ meet; ⇆ meet with; ⇆ run into |
ontmoetingspunt | ⇆ meeting point |