Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onderbreking

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(interruptie; schorsing)
interruption
🔗 Halverwege de maaltijd vond er een onderbreking plaats.

DutchEnglish
onderbreking break; disconnection; gap; intermission; interregnum; interruption; let‐up; suspension