Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onbeslist

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(onbeslecht)
undecided
nedecidita
;
peremptory
;
resolute
(bepaald; absoluut)
definitely
🔗 Hij zal beslist de komende jaren een ster worden.
at all costs
;
at any cost
;
at any price
;
at any sacrifice
(bepaald; stellig; vast; wel degelijk);
assuredly
;
🔗 Praten kon hij beslist.
(absoluut)
🔗 Nu was dit laatste beslist niet waar.

DutchEnglish
onbeslistdrawn; indeterminate; open; outstanding; undecided; undetermined
onbeslist blijvenend in a tie; end in a draw
beslistdecided; decidedly; decisive; decisively; definite; definitely; distinct; emphatic; emphatical; firmly; pronounced; pronouncedly; really; resolute; firm; peremptory; trenchant