Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word natuurramp

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
act of God
🔗 Die beschouwen wij als een gegeven grootheid, een speling der natuur waarin berust moet worden.
(geaardheid; aard; karakter)
🔗 U hebt een gevoelige natuur.
(catastrofe; onheil); ;
🔗 Daar had de ramp zijn sporen achtergelaten.
misfortune

DutchEnglish
natuurramp act of God; natural calamity; natural catastrophe; natural disaster
natuur composition; grain; nature; scenery; natural scenery; disposition; temper
ramp affliction; calamity; catastrophe; disaster; ill; misfortune; plague