Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word naamdicht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(acrostichon)
(dichtwerk; poëem)
🔗 Gij denkt zonder twijfel aan een gedicht?
(dichtwerk)
poetry
poezia verko
(vers)
; ;
🔗 Hebt u hun namen gehoord?
(faam; reputatie; roep)
reputation
🔗 Dat geeft me een slechte naam.
(benaming)
🔗 „De bevrijding van Artëmovsk gaat door”, zei hij, waarbij hij de naam uit het Sovjettijdperk voor Bachmut gebruikte.

DutchEnglish
naamdichtacrostic
gedichtpoem
naamappellation; appellative; denomination; designation; fame; moniker; name; reputation; repute