Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word naam

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
; ;
🔗 Hebt u hun namen gehoord?
(faam; reputatie; roep)
reputation
🔗 Dat geeft me een slechte naam.
(benaming)
🔗 „De bevrijding van Artëmovsk gaat door”, zei hij, waarbij hij de naam uit het Sovjettijdperk voor Bachmut gebruikte.
aandeel op naam
registered share
noma akcio
(determineren; nauwkeurig bepalen; bepalen; vaststellen); ; ; ;
🔗 Sommige soorten insecten moeten we verzamelen om ze thuis op naam te kunnen brengen.
(familienaam)
surname
🔗 Is het niet stom van me dat ik je achternaam ben vergeten?
stage name
artistnomo
🔗 Ze trouwde hier met de acteur Helmuth Sommer, waarna ze de artiestennaam Donna Summer aannam.
(naam)
🔗 Hoe ingewikkeld de gang van zaken daarbij is, blijkt wel uit het feit dat sommige gewassen in de loop der jaren meer dan tien verschillende wetenschappelijke benamingen hebben gehad.
dosiernomo
;
sobriquet
🔗 Maar het is natuurlijk maar een bijnaam.
Christian name
(achternaam)
surname
of the same name
name‐day
;
saint’s day
(acrostichon)
namesake
🔗 Mijn naamgenoot was de enige van „ons troepje” die het in de les, bij ons spel en bij onze ruzies tegen mij op durfde te nemen.
nomenclature
; ;
🔗 Dergelijke naamwoorden noemt men „exoniemen”.
;
registration number
place name
loknomo
🔗 Die plaatsnaam zei hem niets.
scheldnaam
abusive name
spotnaam
nickname
first name
;
forename
🔗 Mijn voornaam is Adam.
would‐be
🔗 Maar Front‐de‐Boeuf was gewend mensen van allerlei rang voor zich te zien beven en de verlegenheid van de zogenaamde monnik wekte bij hem dan ook geen argwaan.
(zogeheten; zogenoemd)
tiel nomata
🔗 Het schrijven van zogenaamde oudejaarsverhalen is waarachtig niet ieders werk.
;

DutchEnglish
naamappellation; appellative; denomination; designation; fame; moniker; name; reputation; repute
aandeel op naamnominal share; registered share
bekend staan onder de naam vango by the name of
geen namen noemenmention no names
het beestje bij zijn naam noemencall a spade a spade
het kind bij zijn naam noemencall a spade a spade
het mag geen naam hebbenit is not worth mentioning
hoe is uw naam?what’s your name?; what is your name?
iemand bij zijn naam noemencall somebody by his name
iemand van naam kennenknow somebody by name
in naam der wetin the name of the law
luisteren naar de naam …rejoice in the name of …; answer to the name of …
met namein particular; mention by name; particularly; especially; notably
noemen met naam en toenaammention by name
nu eenmaal de naam hebben vanhave the name of; have a name for
onder een aangenomen naamunder an assumed name
onder een vreemde naamin another name; not in their real names
op zijn naam hebben staanhave on one’s credit; have to one’s name
zijn naam met ere dragennot belie one’s name
zijn naam staat eropit has its name on it
achternaamfamily name; last name; surname; second name
artiestennaamstage name
benamingappellation; cognomen; denomination; description; label; name
bestandsnaamfilename
bijnaambyword; cognomen; epithet; handle; moniker; nickname; sobriquet; surname
doopnaamChristian name; given name
drienamigtrinomial
eigennaamproper name; proper noun
erenaamname of honour
familienaamcognomen; family name; surname
gelijknamigof the same name; having the same denominator; similar
geslachtsnaamfamily name; surname; genus
geuzennaamhonorary nickname
handelsnaamtrade name
koosnaampet name
meisjesnaammaiden name; girl’s name
naamboekvisitors’ book
naambordjenameplate
naamcijfercipher; monogram
naamdagfête; name‐day; saint’s day
naamdichtacrostic
naamgenootnamesake
naamgevernamer
naamgevingdenomination
naamkaartjecard; visiting card
naamwoordnoun
nameloosnameless; unutterable; unspeakable; inexpressible
namenlijstpanel
plaatsnaamplace name
roepnaamcall‐sign; pet name
scheldnaamsobriquet; abusive name; nickname
schuilnaamnom de plume; pen‐name; pseudonym; assumed name
soortnaamcommon noun; generic name
spotnaamnickname; sobriquet
stofnaamname of a material
straatnaamstreet‐name
tenaamstellingascription
toenaamepithet; surname; nickname; family name
troetelnaampet name
vleinaampet name; endearing name
volksnaamtrivial name; name of a people; popular name
vóórnaamChristian name; first name; forename
voorwerpsnaamname of a thing
zogenaamdalleged; miscalled; mock; ostensible; ostensibly; presumed; professed; so‐called; self‐styled