Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word naaien

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
naaien (neuken; wippen; een beurt geven)	fuck ; screw ; shag	fiki
🔗 Kom, naai me!
naaien	sew	kudri
🔗 Maar z’n naam staat op een etiket dat z’n kleermaker in een zak van een pak van ’m genaaid heeft: Simon Templar!
naaien (neuken; wippen)	have sex	seksumi
naaien	needlework	kudrado
aaneennaaien	sew together	kunkudri
aannaaien (aanzetten; vastnaaien)	sew ; sew on	alkudri
dichtnaaien (hechten)	seam ; suture	suturi
naaicursus	sewing‐class	kudrokurso
naaidoos	sewing‐box	kudrilarujo
🔗 Angela haalde haar naaidoos en maakte haar rok, zonder enig tegenstribbelen.
naaigaren	sewing‐thread	kudrofadeno
naaigerei	sewing‐things	kudrilaro
naaikunst (naaien; naaivak)	needlework	kudrado
naaimachine	sewing‐machine	kudromaŝino
🔗 Op een tafel voor het raam stond een naaimachine.
naaimachine	sewing‐machine	stebilo
naaimandje	sewing‐basket ; work‐basket	kudrilarkorbo
naaivak (naaien; naaikunst)	needlework	kudrado
naaiwerk	needlework	kudraĵo
omnaaien (zomen)	hem	orli
vastnaaien (aannaaien)	sew	alkudri

Dutch	English
naaien	do needlework; dressmaking; fuck; hump; poke; screw; sew; sewing; shag; stitch
aaneennaaien	sew together; seam
aannaaien	sew on; sew
dichtnaaien	sew up; stitch up
innaaien	stitch; sew
matennaaier	somebody who screws his pals
naaicursus	sewing‐class
naaidoos	sewing‐box
naaigaren	sewing‐cotton; sewing‐thread
naaigerei	sewing‐things
naaikistje	sewing‐box
naaikrans	sewing‐circle
naaimachine	sewing‐machine
naaiwerk	needlework; sewing
opnaaien	wind up
opnaaisel	tuck
vastnaaien	sew together; sew