Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word muil

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(muiltje; slof)
babouche
(bek)
jaws
;
muzzle
🔗 De messcherpe tanden in de muil kwamen steeds dichter bij zijn gezicht.
(afgrond; bek)
jaws
;
maw
; ;
muzzle
🔗 Het oog richtte zich op haar, de muil gaapte wijd open zodat ze het donkerrode binnenste kon zien, en de kop schoot naar voren.
muzzle
hinny
muzzle

DutchEnglish
muil jaws; maw; mouth; mule; muzzle; slipper
muilband muzzle
muilezel hinny
muilkorf muzzle