Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word meelopen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(stromen; vlieten; vloeien) | ||
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep. | ||
(benen) | ||
🔗 Elak vermande zich en liep het water in. | ||
(gaan; te voet gaan) | piediri | |
(stappen; treden) | paŝi | |
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten. | ||
(tippelen; wandelen) | go for a walk ; stroll ; take the air | |
(mede) | ||
🔗 Zij zaten lang aan tafel met hun houten drinknappen gevuld met mee. | ||
(mede; ook) | ; likewise ; | |
🔗 In die hoedanigheid heeft ze het mee mogelijk gemaakt dat Putin tot 2036 aan de macht zou kunnen blijven. | ||
opportunist |
Dutch | English |
---|---|
meelopen | run along; tag along; walk along |
het loopt hem mee | he is lucky; he is in luck |
lopen | bear; course; gait; go; hoof it; range; tread; walk; run; running; travel; trend; walking; water |
mee | away; mead; withal; madder; also; likewise; as well |
meeloper | fellow‐traveller; hanger‐on |