Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word meegaan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
go with
🔗 Ga je nu met me mee?
🔗 Ik ging door de steeg aan den achterkant en klom over den muur, zodat ik op het terrein van het kasteel terecht kwam.
(gang; loop; verloop)
going
🔗 Het gaan werd moeilijker.
(lopen; te voet gaan)
piediri
(overgaan); ;
🔗 Opnieuw ging de gong.
(rijden);
<futura helpverbo>
🔗 Wat gaan we doen, chef?
;
refer
🔗 Het gaat niet om geld, het gaat om schatten!
succeed
🔗 Op die manier gaat het niet.
(zich begeven; varen)
🔗 Hij ging naar de eetzaal van het hotel en nam plaats aan de hoek van een tafel.
(begaan)
🔗 Maar om de rechtsstaat te herstellen en de overige EU‐miljarden te krijgen zal Polen onder Tusk een lange weg te gaan hebben.
🔗 Ze zijn met de auto gegaan en moesten een anderhalf uur rijden.
(mede)
🔗 Zij zaten lang aan tafel met hun houten drinknappen gevuld met mee.
(mede; ook);
likewise
;
🔗 In die hoedanigheid heeft ze het mee mogelijk gemaakt dat Putin tot 2036 aan de macht zou kunnen blijven.
(inschikkelijk; toegeeflijk); ;
compliant
;
yielding

DutchEnglish
meegaancome along; go along; last
ga je mee?are you coming?
meegaan metcoincide in; go along with; go with; string along with; accompany
met iemand meegaanconcur in what somebody says; agree with somebody; go with somebody; go along with somebody; accompany somebody
met zijn tijd meegaanmove with the times
gaanbear; depart; draw; fare; go; going; move; pass off; proceed; range; walk; step; run; set; go and; go out; get on; walking; travel; make one’s way; be about
meeaway; mead; withal; madder; also; likewise; as well
meegaandaccommodating; amenable; facile; guidable; manageable; pliable; yielding; tractable; compliant