Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word meedelen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(berichten; mededelen) | communicate ; impart | |
🔗 Wat ik u zal meedelen, zal noodzakelijkerwijs voldoende voor u moeten zijn. | ||
(delen) | ||
🔗 Met andere woorden, hij verzuimde u mee te laten delen in de buit. | ||
(splitsen; verdelen; opdelen) | ||
🔗 De stad wordt in tweeën gedeeld door de rivier de Seine. | ||
(samen gebruiken) | share | |
🔗 Mag ik uw grot met u delen? | ||
🔗 Zijn enthousiasme werd door niemand gedeeld. | ||
share | sperti kune | |
🔗 Dat iedereen erin dele! | ||
(deling; verdeling) | distribution ; | |
🔗 Nu zaten ze niet alleen met het probleem van het delen maar ook hoe ze met het geld weg konden komen. | ||
divide | ||
🔗 Zeven kun je niet door twee delen. | ||
🔗 Een foto waarop hij met zijn benen op het bureau van Pelosi zat, werd woensdag veel gedeeld. | ||
(mede) | ||
🔗 Zij zaten lang aan tafel met hun houten drinknappen gevuld met mee. | ||
(mede; ook) | ; ; likewise | |
🔗 In die hoedanigheid heeft ze het mee mogelijk gemaakt dat Putin tot 2036 aan de macht zou kunnen blijven. |
Dutch | English |
---|---|
meedelen | announce; communicate; impart; inform; state; tell |
delen | divide; double up; participate; partition; share; split |
mee | away; mead; withal; madder; also; likewise; as well |